Ik moet oppassen wat ik zeg. Per slot van rekening zit ik hier in Berlijn in een uitzonderlijke positie. Het is een soort residentie, zij het zonder ondersteuning van welk fonds dan ook maar. Een residentie als vriendendienst. Ik verzorg de planten, de post, ik houd het appartement schoon; ik bewoon, zodat de eigenaar zelf twee maanden met een gerust hart op avontuur kan. En ik dus ook. Je kunt door ergens twee maanden te verblijven de indruk hebben dat je ergens thuis bent. Dat is niet zo.
En dus moet ik oppassen wanneer ik bijvoorbeeld zeg dat de kranten hier zo veel… eh… beter zijn dan die in Vlaanderen. Het is typisch zo’n opmerking van iemand die in een nieuwe omgeving blind wenst te blijven voor de nadelen en onvolkomenheden die er ook hier volop zijn. En hebben ze hier niet ook de Bild Zeitung? Daar kan qua banaliteit en misinformatie zelfs Het laatste nieuws niet aan tippen; de Nederlandse Telegraaf doet al jaren verdienstelijke pogingen om wat betreft opruiende nieuwsberichten waarvan maar de helft waar is, Bild naar de kroon te steken — maar zelfs die krant slaagt daar niet altijd in.
Dus heb ik het over FAZ, over SZ, De Frankfurter Algemeine Zeitung en de Süddeutsche Zeitung, bijvoorbeeld. Van die kranten met een formaat waarvoor je ofwel een cursus origami gevolgd moet hebben om ze in een café, of zelfs gewoon thuis te kunnen lezen zonder dat je armen lam worden, of waarvoor je veel ruimte nodig hebt. Op de S-Bahn ontkom je met zo’n krant niet aan manspreading, ook niet als je vrouw bent. Misschien dat je ook daarom steeds minder mensen op S- of U-Bahn ziet die nog zo’n krant lezen. Ook hier staart het merendeel van de reizigers op zijn gsm. Daarop valt de FAZ of de SZ natuurlijk ook te lezen.
Nu houd ik daar al niet van als het om Nederlandstalige kranten gaat; ik moet bekennen dat het voor Duitse kranten voor mij zo goed als onmogelijk is om ze op gsm te lezen. Ik hoor allerwegen dat mijn Duits erg goed is, en dan gaat het over het feit dat ik alles moeiteloos versta (zelfs een ‘berlinernde’ Berlijner kan ik redelijk volgen, als het niet te lawaaiig is en zijn promillage binnen de perken is gebleven), en over wat ik zelf zoal in het Duits zeg. Maar het Duits in de kranten vraagt veel aandacht — evenveel als dat in romans. Niet dat ik daar problemen mee heb, maar het sluit het lezen ervan op een gsm voor mij uit.
Het moet een zegen zijn om als journalist voor dergelijke kranten te mogen werken. Het onhandige grote formaat geeft de journalist zo veel ruimte dat nuance een kans krijgt, waar de in vergelijking plotseling erg hijgerig klinkende berichten in kranten op tabloidformaat ineens hopeloos tekort lijken te schieten in hun berichtgeving. En waar in bijvoorbeeld De Standaard Wouter Deprez en Guinevere Claeys dagelijks niet meer dan snippertjes van zich mogen geven (in sommige van hun bijdragen kun je zien dat de beperking qua aantal woorden hen parten speelt), staat in de SZ dagelijks op de voorpagina een forse column onder de titel ‘Das Streiflicht’ — niet zelden briljante stukjes proza van duidelijk zeer erudiete geesten (er zijn verschillende auteurs), ooit ingevoerd door SZ-Redakteur Franz Josef Schöningh als ‘eine Art Leuchtturm im Sturmgebraus der täglichen Hiobsbotschaften’. De column is al verscheidene malen bekroond, onder andere met de Deutscher Sprachpreis der Henning-Kaufmann-Stiftung zur Pflege der Reinheit der deutschen Sprache. Ik geloof dat ze in Nederland alleen de Jip & Janneke-prijs hebben voor debiliserend taalgebruik. En is die Wablieft-prijs in Vlaanderen niet ook zoiets? Dumbing down, om het in hedendaags Nederlands te zeggen.
Het gaat niet om de verdediging van nodeloos gecompliceerd taalgebruik — in tegenstelling tot wat sommige schrijvers hebben beweerd, werkt dat zelfs niet binnen literatuur. Het gaat erom dat helderheid niet hetzelfde is als simpelheid, en dat men zich op dat punt op kranten- en andere redacties nog wel eens vergist. De neiging tot versimpelen heeft niet alleen gevolgen voor de weergave van de werkelijkheid rondom, maar sluipt vervolgens ook in wat politici nog te berde brengen (om de krant en andere media te halen). Er zijn in Vlaanderen genoeg mensen die hebben gewezen op het gevaar van polariserend taalgebruik, vooral door politici. Maar ik heb het daar nog niet vaak de politici zelf horen doen. Laat staan dat in VRT- en andere journaals er op de relatie tussen woord en daad ooit wordt gereflecteerd. In de meeste interviews en praatprogramma’s laat men de soms tenenkrommende opmerkingen van ook al niet altijd even goed gekozen gasten domweg passeren. Dat zie ik bij Maybrit Illner, of in een programma als ‘Hart aber Fair’ met Frank Plasberg, of zelfs bij Markus Lanz niet snel gebeuren, en dan heb ik het alleen nog maar over ZDF en ARD.
Maar zoals gezegd: ik moet oppassen dat ik hier niet op grond van mijn tijdelijk verblijf — op zich al ‘eine Blase’, zoals ze dat hier noemen (in Nederland heet het ‘Bubble’) — van Duitsland, nee van Berlijn (zelf weer een ‘Blase’ binnen Duitsland, trouwens) een heilsstaat of -stad maak. En de treurige berichten uit extreem-rechts Vlaanderen over nieuwe, verwoestende besparingen op de VRT — de zoveelste opzichtige poging om van de omroep een propagandakanaal voor N-VA/Vlaams Belang te maken —, nopen tot enige clementie. Maar het maakt natuurlijk ook dat alles hier, hier in Berlijn, hier in Duitsland zelfs, beter lijkt — alsof er hier niet net in Halle bij Leipzig een aanslag werd gepleegd door een rechts-extremist, alsof de geluiden die uit de hoek van de AFD komen geen reden zijn om ook hier het gevoel te krijgen dat men bezig is om de democratie en de rechtsstaat te ondergraven. Alsof niet in het verlengde van die aanslag, en al een eerdere op een SPD-politicus, werd vastgesteld dat de veiligheidsdiensten natuurlijk moslims in het oog hielden, natuurlijk ook die altijd maar weer levensgevaarlijke linkse jongens en meisjes, maar extreemrechts maar zo’n beetje zijn gang lieten gaan. Maar de Duitse overheid heeft wél overal posters laten ophangen waarop de bevolking wordt gewezen op het belang van de rechtsstaat. Tegenover een Vlaamse overheid die momenteel geleid wordt door figuren die de grondwet maar lastig vinden, rechters partijdig en die het ook met de mensenrechten niet zo nauw nemen, steekt dat toch positief af. Wir sind Rechtsstaat. Of het helpt?