It’s not the economy, stupid!

In 2011 mocht ik voor De Standaard het zogeheten ‘kerstessay’ schrijven: vier dagen achter elkaar over de volle breedte van twee pagina’s. Ik voerde in mijn eerste bijdrage een personage uit de film Network (1976) op: Howard Beal, een nieuwsanker dat op een zeker moment uit de bocht vliegt en (in de film) heel New York, of zelfs de complete Verenigde Staten van Amerika op de been krijgt met zijn oproep aan de kijker om op te staan uit zijn zetel, het raam te openen en uit alle macht te roepen: I’m mad as hell, and I’m not going to take this anymore. ‘Ik ben een mens godverdomme’, ‘My life has value’. 

Het leverde een voorpagina op die mij op een paar stichtelijke mails kwam te staan van mensen die vonden dat ik niet mocht vloeken, dat het een schande was, nodeloos kwetsend zelfs. Mijn uitleg aan enkelen onder hen dat niet ik, maar Howard Beal degene was van wie de vloek afkomstig was, viel bij die paar fatsoensrakkers in dovemansoren.

screenshot_145.jpg

Fatsoensrakkers…

Het ene fatsoen is het andere niet. In de laatste aflevering van het kerstessay schreef ik onder meer het volgende over wat ik — retorische truc — inmiddels al niet meer omschreef als ‘mijn woede’ (of die van Howard Beal) over de wijze waarop politiek, media en bedrijfsleven mijn gevoel voor wat menselijk is simpelweg terzijde schoven, maar als ‘onze woede’. Ik schreef:

‘Onze woede is niet in de eerste plaats politiek van aard. Ze is vooral moreel. De niets en niemand ontziende wijze waarmee het bedrijfsleven opereert, de totale verwildering in de financiële wereld, de als een godheid opgevoerde markt waartegen niemand iets vermag — het duidt op een diepgewortelde immoraliteit die ons onder het mom van vrijheid als het enig mogelijk wordt opgedrongen. De politici die daar achteraan rennen — met de nodige gretigheid als ze rechts zijn, met defaitisme als ze ooit links waren — zijn hun morele kompas compleet kwijtgeraakt. Ze weten niet meer wat fatsoenlijk is.’

Ergens vorige week postte Stefan Hertmans op Facebook een bericht waarin hij stelde dat het hoog tijd was dat kleine ondernemers zich niet langer solidair verklaarden met de grote, want de problemen van de eerste hadden maar weinig van doen met die van de tweede. “De kleine ondernemer ondervindt vergelijkbare problemen als de loontrekkende,” schreef hij, “ook hij zou gebaat zijn bij vermogenswinstbelasting.Tijd dat die doelgroep zich niet langer laat gebruiken door het groot kapitaal en eindelijk kritisch over de eigen positie nadenkt: hun vermogen zal heus niet belast moeten worden, ze zullen integendeel behoren tot de sociale doelgroep die door een rechtvaardiger fiscaliteit net enige verlichting van de fiscale druk op de werkenden zou kunnen ondervinden”.

Het bericht ging vrijwel onmiddellijk viraal, en Hertmans kreeg van zowel De Morgen als van Radio 1 en het VRT-programma Reyers Laat het verzoek om een en ander nog eens toe te lichten. In Reyers Laat schoof ook econoom Geert Noels aan. Het mooiste moment vindt plaats rond minuut 7, wanneer Hertmans nadrukkelijk zegt als burger en als leek niet politiek te denken en ook niet economisch, maar moreel. De reactie van Noels, die wat ongemakkelijk lijkt te worden van het appel aan de moraal, gaat onmiddellijk weer over het politieke. Zoiets als Luxleaks, zegt hij, was geen fraude; het was wettelijk. Wat hij op dat moment niet begrijpt, is dat wat wettelijk is, niet per se moreel is. Dat de basis waarop de wetten zijn gemaakt die dergelijke financiële constructies toestaan, immoreel is. Noels wordt op dat moment het levende voorbeeld van de econoom die alleen binnen de gegeven vooronderstellingen weet te blijven, en die niet begrijpt (of wil begrijpen) dat we anders moeten denken.

(Grappig in dit verband is dat hij in dezelfde uitzending, wanneer Naomi Klein inmiddels is aangeschoven, er veel nadruk op legt dat niet het (lees: kapitalistische) Westen de meeste vervuiling veroorzaakt, maar (lees: het communistische) China, alsof hij op dit punt de Koude Oorlog nog eens wil oprakelen en de superioriteit van het ‘vrije’ westen tegenover de minderwaardigheid van het communisme nog eens op tafel wil leggen — daarbij vergetend dat China onder andere zo veel vervuilt omdat dat superieure kapitalistische Westen daar de goedkope arbeid vindt die in het Westen niet meer voorhanden is: de sweatshops, de kinderarbeid en de, tot voor kort, gebrekkige wetgeving op het gebied van milieu. Ik wil het hier zeker niet omdraaien, maar Noels’ reacties zetten hem toch neer als een erg verstokte professor die moeite heeft met paradigmawisselingen).

De politicus die bij de vaststelling van economische groei (hoe gering ook) zegt dat het weer de goede kant uitgaat, dat we de zaken weer ‘op de rails’ lijken te krijgen, begrijpt niet dat het spoor de verkeerde kant opgaat, dat die rails dringend opgebroken moeten worden. Dat we af moeten van de gedachte dat groei in de huidige economische en politieke betekenis van het woord iets is wat we nog zouden moeten of zelfs maar kunnen nastreven.

Werkelijk iets veranderen vraagt om meer dan wat simpele, en in het licht van het uitgestippelde programma dan ook nog eens bedriegelijke slogans van de N-VA.

It’s not the economy.

Het duurt lang voor zoiets doorsijpelt. En het hangt er ook sterk van af waar iets doorsijpelt, zo lijkt het. Begin 2014 schreef Selma Franssen op de site De Wereld Morgen al over het feit dat Vlaanderen vier keer zoveel in bedrijfswagens investeert als in De Lijn, een artikel dat een samenvatting was van een discussie die toen al werd gevoerd. Toch duurt het totdat Dave Sinardet het nog eens opschrijft in De Tijd voordat er eindelijk iets begint te bewegen in deze zaak. Je kunt nu overal op Facebook en bijvoorbeeld ook in De Standaard Avond lezen dat het allemaal met zijn column in De Tijd begonnen zou zijn: een petitie, een reactie van de bevoegde minister en al onmiddellijk de old skool-denkers van Open VLD die er tegen gekant zijn. Misschien was het feit dat Sinardet het nu in De Tijd schreef, meer een krant voor ondernemers immers, dat het nu wel werd opgepikt? 

It’s not the economy — het is de moraal. Stakingen kosten aan de economie zo-en-zoveel, een argument dat wordt gebruikt om stakers weg te zetten als mensen die ten onrechte opkomen voor bepaalde rechten, als mensen die het slecht voor hebben met de mensheid. Dat files veel kosten wordt door bedrijven ook vaak en gretig becijferd, en ook dan gaat het om ‘economische schade’ die voorkomen had kunnen worden met zestienbaans autowegen en achtbaans bruggen. Maar in geen van die sommetjes wordt ooit de milieukost verdisconteerd. Nooit wordt in de cijfers betrokken dat er zonder files en zonder stakingen ook enorme kosten zijn aan de wijze waarop onze economie dagelijks ‘op de rails’ staat. En ook dat gaat terug op uiteindelijk een morele keuze: de keuze de (eigen) winst voor te laten gaan op het (algemeen) welzijn.

Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral? Zelfs een linkse aap als Bertold Brecht kon niet voorzien dat die zinsnede vooral misbruikt zou worden door hen die met een bedenkelijke morele instelling vooral het eigen gewin voorop plaatsen. De moraal is niet het ‘hogere’, dat misschien inderdaad van minder belang is als je honger hebt; zij ligt aan de basis, ze gaat aan onze besluiten vooraf. De werkelijke verandering begint daar waar men zich van dat gegeven bewust is.