In De Standaard

Gisteren in De Standaard een meer lichtvoetige bijdrage aan wat je mijn bekommernis met de ondergeschoven positie van de literatuur in deze barre neo-liberale tijden zou kunnen noemen. Uiteraard ben ik niet naar Machelen-aan de Leie gefietst. Mijn aanpassing aan ’s lands wijs is inmiddels zo ver gevorderd dat ik de ruim 20 kilometer gewoon per auto aflegde, onderwijl genietend van mijn walging over de lintbebouwing langs de N43 en me maar weer eens realiserend dat je Vlaanderen zoals het zichzelf wil zien alleen kunt waarnemen wanneer je op het juiste moment de juiste kant op kijkt. 

screenshot_133.jpg

 

Reve, anders bekeken

  • zaterdag 21 mei 2011

 

Als een dichter wordt geëerd in de publieke ruimte, met een vers dat royaal wordt gepresenteerd maar niet bijster zorgvuldig? Dan wil schrijver MARC REUGEBRINK wel naar Machelen-aan-de-Leie fietsen.
Machelen-aan-de-Leie heeft nu dus zijn eigen soap. Die draait rond de herdenkingsmuur voor Gerard Reve die als ‘poëtische decoratie’ binnen het plan van de dorpskernvernieuwing werd geplaatst. Meer precies: die soap draait om het woordje ‘anders’, het woord te veel in de tweede regel, ‘Er rest mij niets anders dan duisternis en Dood’, van het in die muur gebeitelde gedicht. Het is iets waar ik wanhopig probeer niets achter te zoeken, al is de verleiding groot. ‘Anders’ is te veel, ‘anders’ moet doorgestreept, weggehakt. Hou me tegen of ik begin hier een betoog over het volkskarakter van de oer-Vlaming. Het is bijna te verleidelijk.
Maar niet terecht, natuurlijk. Machelen-aan-de-Leie huisvest ook het Raveelmuseum, gewijd aan een kunstenaar die het ‘andere’ niet schuwt. En wie even rondwandelt in dit misschien net iets te aangeharkte dorp komt er ook nog de ‘Muur der verbeelding’ van die kunstenaar tegen. Dat is weliswaar een werk met veel spiegels (men ziet zichzelf overal opduiken), maar om nu te zeggen dat ook Raveel het eigene boven het andere stelt, gaat toch wat te ver.
Het studiebureau van de gemeente maakt intussen overuren om het probleem van het woordje te veel op te lossen. Men had natuurlijk beter van tevoren wat meer tijd en aandacht besteed aan deze ‘poëtische decoratie’.
Die zo poëtisch niet is. Het is een muurtje. Een lelijk muurtje zelfs. Over het gedicht laat ik mij niet uit. Als men per se de schrijver met een metselwerkje wilde vereren, waren hier andere dingen mogelijk geweest, en zelfs betere.
Maar als eerbetoon aan de schrijver Gerard Reve lijkt me een en ander eigenlijk ook helemaal niet bedoeld. Een gemeentebestuur dat poëzie als decoratie gebruikt in het kader van dorpsvernieuwing kan sowieso van weinig affiniteit met literatuur verdacht worden. Als je het muurtje zo ziet, heb je de indruk dat die dorpskernvernieuwing het zwaarst heeft gewogen. 
Het is niet Machelen dat hier Reve eert, maar Reve eert Machelen. Hij is bijna zoiets als een toeristische attractie: de zichzelf altijd als volksschrijver afficherende enfant terrible van weleer als welkome aanvulling op het beeld van Machelen als dorp waar kunstenaars zich thuis voelen. Reve samen met Raveel pal voor een imago waarvan in de rest van de vernieuwde en zich vernieuwende dorpskern geen spoor te vinden is. Meer iets ter ondersteuning van de plaatselijke middenstand dan een eerbetoon aan de schrijver die er neerstreek.
In die zin is dit muurtje met zijn woordje te veel haast een symbool voor het dedain dat bestuurders in het algemeen voor cultuur hebben. Het is dat er nog businessmodellen bestaan die de aanwezigheid van cultuur als een pluspunt voor het ondernemersklimaat zien, anders was zij allang van de begroting afgevoerd.
Om dat recht te doen, moet niet alleen het woordje ‘anders’ uit het gedicht worden verwijderd, al dan niet door het uit de muur te kappen, zoals het studiebureau in een jolige bui bedacht. ‘Niets te verwachten, niets te hopen’ – de beginregels van Reves gedicht hadden hier volstaan. De rest is een gapend gat.
In: De Standaard, 21 mei 2011.