Dat is van Seneca, al beweerde die net het omgekeerde, zegt Van Dale in de afdeling ‘Gevleugelde woorden, titels en citaten’ — want u denkt toch niet dat ik Latijn beheers? Ik heb in Nederland mijn schoolcarrière doorlopen, net toen de roerige jaren zestig in de jaren zeventig baardige, langharige pedagogen hadden voortgebracht die vastbesloten waren om de kinderziel te gaan redden van de zo verdorven volwassenheid. Dat kwam in de schoolpraktijk neer op een ongeziene niveauverlaging, op het creëren van lacunes. Mijn tere kinderziel zou het niet hebben kunnen verwerken als er iets van mij werd geëist. Had ik de (Vlaamse) uitdrukking toen al gekend, ik zou hebben gezegd: ‘jullie laten me op mijn honger zitten’.
‘Wij leren niet voor het leven, maar voor de school’, zo zou Seneca dus hebben gezegd — maar wel ‘als een betreurenswaardige constatering’, meldt Van Dale. Want natuurlijk is ‘leren voor de school’ onzinnig. Maar het is even onzinnig om school en leven tegenover elkaar te zetten als betrof het hier twee zaken die elkaar uitsluiten. En hoewel de jaren zestig inmiddels ruimschoots zijn doodgebloed, de pedagoochemerds van weleer de laatste pensioengelden zitten op te souperen, leeft bij studiecentra en adviseurs van ministers nog steeds het idiote idee dat de school geen deel van het leven is en dat we de arme kindertjes vooral niet moeten lastigvallen met dingen waar ze zelf niet op zouden komen.

Dat Timur Michelashvili — voorzitter van de Vlaamse Scholierenkoepel — een oproep doet tot ‘zinvolle leerstof’ is op zich zo vreemd niet (De Standaard vandaag). Maar dat hij zich daarbij geen moment lijkt af te vragen wat in dezen zinvol is en wie of wat hier eigenlijk de zinvolheid van een en ander definieert, zou heel goed al het gevolg kunnen zijn van ook in Vlaanderen tamelijk desastreus onderwijsbeleid dat leerlingen niet zozeer opvoedt tot zelfstandige, vrije individuen, maar tot gedweeë schaapjes die netjes meelopen in wat de marktgestuurde samenleving van hen verwacht. Consumensen, kortom. Waarmee komt deze sympathiek ogende jongeman, die regelrecht van een fijn zomerfestivalterrein weggelopen lijkt te zijn, op de proppen? Met onder meer dit: ‘Hoe vul je een belastingbrief in? Hoe bescherm je je tegen seksueel overdraagbare aandoeningen? Waarvoor staan de verschillende politieke partijen en hoe werken de verkiezingen? Hoe moet je eerste hulp toedienen?’. ‘De kans dat je later ooit een belastingbrief moet invullen, is groter dan de kans dat je ooit moet uitleggen hoe een aardbeving ontstaat’, zo verduidelijkt hij nog.
Veel van wat de Scholierenkoepel graag zou zien, lijkt me meer een taak van ouders dan van de school. De school, i.c. de leerkracht, is de afgelopen decennia opgezadeld met allerlei taken die traditioneel tot de opvoeding behoorden — om nog maar te zwijgen van de medische, psychologische en andere inzichten waarover een leerkracht vandaag de dag moet beschikken: hij moet weten wanneer een leerling seksueel misbruikt wordt, wanneer het ADHD is of ADD of hyperventilerende bronchitis met partiële geheugenverlamming of toch gewoon gaat om lijntrekkerij, verwend gedrag en aandachttrekkerij (het blijven pubers, tenslotte). Om nog eens een heel oude bestseller van stal te halen: Christopher Lasch stelde in The Culture of Narcissism al (en dan over het academisch onderwijs in de VS) dat het niet lang meer zou duren of het zou noodzakelijk zijn om een cursus veters strikken aan te bieden aan universiteiten en hogescholen.
Daarbij, de antwoorden op de wensen van de Scholierenkoepel wil ik hier gerust even in het kort geven: een belastingbrief laat je invullen door een bevoegd boekhouder of accountant; ik heb nog nooit van mijn leven een belastingbrief ingevuld maar ben, gezien de hoeveelheid belasting die ik jaarlijks verschuldigd ben (alleszins redelijk als ik naar mijn verdiensten kijk — enfin, ‘redelijk’ naar Belgische normen dan natuurlijk), tevreden over degene die ik daarvoor heb aangezocht en die ik daarvoor een bepaald bedrag betaal (voor wat hoort wat — iets wat de massaal illegaal downloadende generatie van Michelashvili nog wel eens vergeet). Tegen seksueel overdraagbare aandoeningen geldt over het algemeen het condoom als een redelijk probaat middel; er zijn instanties die onthouding aanraden, maar dat is verbonden met misschien minder zinvolle kennis over religieuze tradities? De vraag waarvoor politieke partijen staan, is in deze tijd waarin democratie door mediacratie is vervangen zo eenvoudig niet meer te beantwoorden en veronderstelt toch enige aandacht voor geschiedenis, staatsinrichting en andere zaken die wellicht voor een nieuwe generatie wel eens vervelend zouden kunnen zijn. Om te weten waar, zeg maar de NVA voor staat, moet je toch iets weten over waar die partij vandaan komt, over de Tweede Wereldoorlog ook. En dan: Eerste Hulp Bij Ongelukken — daar kan best een hoekje voor ingeruimd worden op school maar wij (ik ben oud natuurlijk) moesten daarvoor vroeger gewoon naar het Rode Kruis; dat gaf cursussen; er was geen verplichting om die te volgen natuurlijk, maar het is de vraag of verplichtingen volgens de Scholierenkoepel überhaupt nog wel kunnen binnen een school, of ze zinvol zijn.
Maar eigenlijk gaat het er niet om Michelashvili en de zijnen af te rekenen op wat zij vragen. In de nieuwe Jonathan Coe — The Terrible Privacy of Maxwell Sim — komt een personage voor dat zich kwaad maakt over de kritiek die haar oom op haar en haar generatie heeft als het gaat om hun morele gezondheid. Ze steekt de volgende tirade af:
Do you realize that, if there’s one thing people of my age cannot stand hearing, it’s people of your age giving us lectures on morality. Look at the world around you. The world you‘ve bequeathed to us. D’you think it allows us any scope to do things on principle? I’m sick of hearing about how my generation has no values. How materialist we are. How lacking in any political sense. Do you know why that is? Take a wild guess. That’s right — because that’s how you brought us up! (…) You’re the ones who brought us up to be these consumerist zombies. You chucked all the other values out of the window, didn’t you? Christianity? Don’t need that. Collective responsibility? Where’s that ever got us. Manufacturing? Making things? That’s for losers. Yeah, let’s get those losers over in the Far East to make everything for us and we can just sit on our backsides in front of the TV, watching the world go to hell in a handcart — in widescreen HD, of course.
Ik bedoel, Michelashvili zou een zoon van mij kunnen zijn — eventueel zelfs de jongste. Hij is maar zestien jaar oud.
Nee, het werkelijke probleem zit, na de pedagoochemverhalen van specialisten te velde (in kantoren ver van ieder klaslokaal), in de beleidsbeslissingen die vervolgens worden genomen op ministerieel niveau. Al sinds het ontstaan van de nieuwe, in Nederland destijds ‘functioneel’ genoemde onderwijsmethode, hebben achtereenvolgende ministers de in principe idealistische achtergrond van de jaren zestig- en zeventigdidactiek gebruikt om rigoureus te bezuinigen. Een zelfstandige leerling heeft geen behoefte aan een docent — dat soort krompraat. Het scheelt aanzienlijk in de kosten — dat jaren zeventig-idealisme. Terwijl een ieder die nog iets heeft opgestoken op school weet dat je het meeste leerde bij docenten die zelf begrepen wat Seneca bedoelde — en die derhalve maling hadden aan wat Den Haag of Brussel allemaal uitvaardigde aan regeltjes en andere pesterijen; die vanuit hun hart lesgaven, ja zelfs monologen hielden of op een andere manier de leerlingen het gevoel gaven dat er bij hen iets te halen viel, iets wat je nog niet wist, iets wat je door het vuur waarmee zo’n man of vrouw erover sprak, per se wilde weten, hoe volkomen ‘zinloos’ ook. Misschien is er binnen wat vandaag de dag zinvol heet te zijn — uitgaande van de verzwegen en voor de meeste zestienjarige ook verborgen blijvende ideologische vooronderstellingen van onze samenleving — misschien is er binnen dat kader niks zinlozer dan literatuur, poëzie, klassieke muziek, kunst, geschiedenis, aardrijkskunde of Latijn. Maar als we dat westerse vrijheidsbegrip van ons ook maar enigszins serieus nemen, als we de daarmee verbonden democratische waarden willen blijven verdedigen en zelfs exporteren naar de rest van de wereld (we hebben er in dezelfde afgelopen vier decennia al genoeg bloed voor vergoten), dan is het van eminent belang dat het onderwijs handvatten biedt die maken dat je ook buiten de kaders kunt denken.
In die zin moeten Michelashvili en de Scholierenkoepel zich eens afvragen of ze met hun vraag naar zinvol onderwijs het de in dit artikel meteen vrolijk meetoeterende onderwijsminister Pascal Smet niet heel erg makkelijk maken om straks zijn ‘noodzakelijke bezuinigingen’ door te voeren. Als ik hen was zou ik volwaardig onderwijs eisen — een onderwijs dat je bijvoorbeeld bijbrengt dat zinvolheid een kwestie van definities is.
goeiemiddag,
Ik zou graag even reageren op uw blog.
Wat de meeste commentators zo te zien niet blijken te verstaan, is het feit dat al ik iets praktisch naar voor breng, alle andere zaken niet ineens nutteloos worden. Ik zal ook een paar, voor mij bijna persoonlijke verwijzingen niet dulden, ik schrijf zelf poëzie, maak muziek, lees literatuur, en weet eerlijk gezegd ook wel hoe je je moet beschermen tegen soa’s. Maar er zijn vreselijk veel scholieren die dat soot van zaken niet weten, en u zegt dan wel dat het een zaak van de ouders is om hen dat bij te brengen, en daar geef ik u geen ongelijk in, maar als die scholier later sterft aan aids omdat zijn uders hem niet hebben verteld hoe een condoom te gebruiken, is het dan nog steeds de zaak van ouders?!
Een gewaarschuwd man is er twee waard, om maar in uitdrukkingen te spreken, alle praktische zaken die wij vragen, zijn zoals veel mensen zeggen werk vor ouders of internet, maar als je ouders het net uitleggen of je hebt geen internet thuis, wat is dan het laatste orgaan waar je uitleg zou moeten krijgen? Juist ja, de school!
vriendelijke groeten,
Timur Michelashvili,
Voorzitter VSK.
LikeLike
Een korte reactie op Timurs bericht: ik ben het vrees ik volledige eens met de blog. Laat ons wel wezen: als wij (jazeker, ik geef ook les) jullie op 17 jaar leren hoe je een belastingsbrief moet invullen, hoe groot is de kans dat je daar vier of vijf jaar nadien nog iets van weet? En hoe groot is de kans dat – laat ons een ruime periode nemen, we leven in België – binnen 10 jaar 80% van de brief al op voorhand is ingevuld? Wat lessen rond SOA’s betreft: we krijgen nu al de commentaar van leerlingen “zijn jullie daar opnieuw met jullie condooms!” – we slaan ze er mee dood…
LikeLike