Bede

Screenshot 75.2

De boekenbeurs wordt wel ‘de hoogmis van het boek’ genoemd. Eh… nou… kijk eens… Nee, nee, weest u gerust, ik ga niet klagen. Mijn reserve bij een dergelijke omschrijving heeft louter en alleen te maken met mijn invulling van het woord ‘boek’. Natuurlijk denk ik als literair schrijver daarbij aan het literaire boek. En hoewel ik alle lof heb voor wat boek.be in de marge van het supermarktgebeuren in de hallen tracht te verwezenlijken (lezingen, interviews, kwesties), een hoogmis voor het literaire boek is die beurs natuurlijk niet. U moet er eens op letten: die rijen literaire auteurs achter hun tafeltjes, met elk een eigen lampje en — nee, niet torenhoge stapels eigen werk (dat is aan literaire kant toch eerder een uitzondering), maar een boekske of tien netjes op een stapel. Ze zitten er met de pen in de aanslag. Ze zijn tot veel bereid, tot veel meer dan de BV’s even verderop. En ook tot meer dan de misdaadschrijvers recht tegenover, die wél al drukdoende zijn handtekeningen te zetten.

Zelf wil ik na uren werkeloos toekijken nog wel eens opzettelijk een boekje over de rand van mijn tafeltje duwen, pardoes voor de voeten van een argeloze bezoeker. Die is zo kwaad niet of hij raapt het boek op. Op het moment dat hij het me aanreikt, vraag ik: ‘Ah? U wilt een handtekening?’ Wat zich daarna afspeelt, is hartverscheurend. De bezoeker wil niet. Maar hij is en blijft een Vlaming, wat betekent dat hij spartelt als een duivel in een wijwatervat. Al is het katholieke schuldgevoel dan weer niet zó sterk ontwikkelt, dat het ook werkelijk lukt op die manier een boek te verkopen. Dat lukte mij maar één keer, waarna ik vervolgens zelf worstelde met mijn eigen schuldgevoel. Daar komt iemand voor deel 88 van SOS Piet en gaat naar huis met iets oneetbaar literairs…

Meestal schuifelen de bezoekers ongeïnteresseerd voorbij. Of ze staan stil voor het tafeltje van een literair auteur, maar dan meer bij toeval: ze wachten in een rij op een handtekening en een smeulende blik van Goedele Liekens die achttien tafels verderop haar nieuwste in een omslag van penisleer gestoken vaginaboek signeert.

Ik klaag niet, bezweer ik u. Ik vraag om uw mededogen.

Al meer dan tien jaar geleden stelde een aantal wetenschappers vast dat literatuur niet langer kon gelden als het trotse middelpunt van onze hedendaagse cultuur — en dat was toen al een open deur. De gedachte dat die plaats is ingenomen door een andersoortige culturele uitingsvorm — film bijvoorbeeld — slaat de plank echter mis. Als het gaat om de vraag wat waarde heeft en wat niet, is tegenwoordig alleen nog de markt beslissend. Ook dat weet iedereen.

Literatuur maakt deel uit van de massacultuur en is afhankelijk geworden van de aandacht die de massamedia eraan wensen toe te kennen, en van de economische normen die de massamarkt stelt. Een andere somberaar (Laurens Vancrevel, ooit literair uitgever) stelde al meer dan twintig jaar geleden dat het volgens hem onvermijdelijk was dat die afhankelijkheid van massamedia en massamarkt uiteindelijk ook de literaire ontwikkeling zelf zou gaan beïnvloeden. En enigszins provocerend stelde hij: “Als de ‘consumptieve’ literatuur de hoofdstroom wordt van het literaire klimaat van de toekomst, zal het niet minder dan een breuk betekenen in de literaire ontwikkeling vanaf de romantiek, die te vergelijken is met wat er in de Russische literatuur gebeurde toen het zogenaamde socialistische realisme werd voorgeschreven”.

Dat laatste is natuurlijk tegen het zere been van de zich vrij wanende neoliberaal: de gedachte dat de markt dictatoriale trekjes vertoont, geen vrije keuze impliceert, maar dwang uitoefent. Toch is het precies dat wat een literair auteur die zich aan dat consumptieve niet zonder meer wil of kan overleveren, achter dat tafeltje op de boekenbeurs ervaart. Hij voelt dat zijn werk niet op zijn merites wordt beoordeeld, maar eenzelfde soort product is als een kookboek of het boek van een BV en dat niet de inherente kwaliteit, maar het uiterlijk vertoon hier beslissend is. En hoezeer elke literaire auteur ook overtuigd is van de maatschappelijke relevantie van zijn literaire werk — gezeten achter zijn tafeltje en niet behorend tot de enkele literaire auteurs die om vaak ondoorgrondelijke redenen wél de aandacht van de massamedia op zich gericht weten, heeft hij het akelige gevoel dat hij van de samenleving zelf wordt uitgesloten. Iedere bezoeker die hem passeert, velt een vernietigend oordeel over wat de auteur zelf als de kern van zijn bestaan beschouwt.

Daarom, als ik u bidden mag: mocht u de komende boekenbeurs langs wanhopig glimlachende auteurs komen, sta even bij hen stil. Blader geïnteresseerd in wat zij schreven. Ze schreven het wel degelijk voor u. Spreek met hen. En wie weet ontdekt ook u in het werk van een volslagen onbekende de schoonheid en de waarde die het vaak wel degelijk bevat.

In: de Morgen, 30-10-2009