

Ik heb na een week vol opinies over het recht op topless zonnen het gevoel dat ik het over borsten moet hebben. Dat ik meteen enthousiast ondersteuning wil bieden aan alle vrouwen die zonder bovenstukje op het strand en op zonneweides willen wandelen, in de zee, een meer of een zwembad willen duiken, is deels ingegeven door nostalgie naar de jaren 70 en 80. Toen was topless nog heel gewoon. Of nee, ook toen was topless zonnen een statement over vrijheid en zelfbeschikking, maar het activistische element in de ontbloting van de vrouwenborst zwakte al snel af tot een gewoonte.
En jazeker, ook wij mannen – als ik ons even over één kam mag scheren – ook wij raakten daaraan gewend. We kregen geen bouwvakkerskramp en begonnen te fluiten of te roepen. We trokken geen zuinig mondje en knepen onze billen niet samen omdat God of een ander door mannen verzonnen gebod ons opdroeg in blote borsten de aankondiging van de ondergang van de wereld te zien. Nog belangrijker: onze topless zonnende vriendinnen, buurvrouwen, de cassière van de buurtsuper, soms ook onze moeders en zussen werden door het thuislaten van hun bovenstukjes niet plotsklaps vrouwen van lichte zeden, ‘sletten’ of enig ander akelig synoniem dat hiervoor in omloop is.
Niet voor ons. Wij vonden het gewoon. Al waren er natuurlijk toch wel degelijk ook mannen die van de kook raakten, zich op hun pik getrapt voelden zelfs, die hun opwinding alleen de baas konden door verontwaardigd te worden. Of erger: die hun poten niet thuis konden houden.
Want hoe gewoon topless ook was, we keken wel, wij mannen. We waren (en zijn nog steeds) opgevoed in een cultuur waarin een vrouw die zich blootgeeft, los van haar eigen bedoelingen, als erotisch geldt. (Of dat omgekeerd ook geldt, vragen wij mannen ons niet af). Hoezeer naaktheid vandaag ook in ons straatbeeld aanwezig is, er rust nog steeds een taboe op. Dat taboe is juist de reden waarom seks verkoopt.
In Duitsland, vooral in de voormalige DDR, bestaat de FKK, de Freikörperkultur: gebieden, soms midden in een stad, waar naaktzwemmen en -zonnen is toegelaten. Niet alleen ‘oben ohne’, ook ‘unten nix’. Je kunt uit de tijd van de DDR foto’s vinden waarop een massa naakte mensen alle lichaamsdelen open en bloot laat rondzwaaien. FKK was deel van een cultuur waarin naaktheid veel minder een taboe was dan ze nu bij ons nog steeds is, ondanks enkele naaktstranden en naturistencampings. Ik stel me voor dat ontbloting daar niet onmiddellijk leidde tot kwijlende mannen die alleen nog maar aan seks konden denken.
Daar gaat het om, om de bevrijding van de seksualisering van het vrouwenlichaam. Dat die vrijheid na de jaren 80 weer in de kleerkast verdween, doet vermoeden dat het vooralsnog om een behoorlijk utopisch verlangen gaat. Want wij mannen blijven kijken. Reden waarom ook deze krant de pleidooien voor topless zonnen steeds zedig illustreerde met een blote vrouwenrug – geen borst te zien). De enige remedie tegen die preutsheid die onze opwinding blijft voeden, is de totale ontbloting. En zouden mannen in de zomer in onze straten dan misschien juist hun shirt áán kunnen houden? Het is geen gezicht.
Een gedachte over “Vandaag in DSAvond: Pleidooi voor ontbloting”