Weg

Een gegeven paard kijkt men niet in de mond, zo luidt de uitdrukking. Ik werd door De Standaard uitgenodigd om deel te nemen aan het benefietdiner dat het Willem Elsschot Genootschap (W.E.G.) jaarlijks geeft in de KBC Boekentoren in Antwerpen. Ik had geen idee wat ik me daarbij precies moest voorstellen, al verwachtte ik veel decorum waarbij onder het mom van een hoog-cultureel gebeuren vooral werd uitgekeken naar wat de spijskaart te bieden had — en naar de daarbij geschonken wijn natuurlijk. De cannelloni van Charolais-rund met krokante lentegroenten, sushi van groene kruiden en een sausje van truffelparels zag er veelbelovend uit, net als de op het vel gebakken rode poon met een carpaccio van Coeur de boeuf, saffraandressing, salty fingers en structuren van pastinaak. Daarbij een Domaine de Pomes, Côtes de Gascogne uit 2010, toch meer een jong slobberwijntje van rond de vijf euro dan werkelijk hoogstaand druivensap — maar ik haal er mijn neus niet voor op. De Domaine Langlois, Château Saumur Vieilles Vignes uit 2004, wat zal ik er eens van zeggen? On sent toute la puissance des vieilles vignes et les agrumes bien mûrs d’un millésime ensoleillé. Au nez comme en bouche le fruité est bien présent, en dat was ook zo. C’est volumineux (bwa), souple (jawel), minéral avec une petite pointe de fraîcheur (dus dat was ik er aan proefde: iets mineraals), en ja: la finale est soutenue et ça évolue bien. Z’n pakweg 20 euro wel waard, denk ik toch.

NIet dat ik dat hoefde te betalen. Maar De Standaard had de tafel gekocht, en met DS nog een heleboel anderen ook. Amerikaanse toestanden zei iemand op de receptie vooraf (met Champagne Jacques Mosaïque) — dus misschien alvast een blik in de toekomst wanneer de politiek heeft besloten dat kunst en cultuur niet meer tot haar verantwoordelijkheden behoort en overgelaten dienen te worden aan het particulier initiatief i.c. het bedrijfsleven. Er waren voorlopig nog voldoende politici die zich breed maakten aanwezig, en verder belangrijk ogende lieden uit een heel andere tak van sport dan de literatuur. En dan waren er natuurlijk de sprekers, sprekers die in het rijtje Patrick Janssens, Mark Eyskens, Frits Bolkestein, Louis Tobback, Piet van Eeckhaut, Steve Stevaert, Yves Leterme, Kris Peters, Rik Torfs, Job Cohen, Cathy Berx, Guy Verhofstadt, Mike Verdreng, Herman Van Rompuy en Phara de Aguirre (alle voorgaande sprekers) niet mochten misstaan. Dus had men prof. dr. Jan Peter Balkenende en minister van justitie Annemie Turtelboom uitgenodigd.

benefietdiner2012_be.jpg

 

Toch jammer, dat spreken tussen de gangen door. Het eten liet door alle breedsprakigheid nogal op zich wachten. En laat ik het zo zeggen: de toespraken waren van een dusdanig niveau dat het je van lieverlede op begon te vallen dat het eten wat lang op zich liet wachten. Amusant, soms (Balkenende, die ondanks zijn imago weet hoe je moet scoren). Een beetje saai ook (Turtelboom). Maar in beide gevallen was duidelijk dat het Elsschotonderzoek met deze beide bijdragen niet heel erg opschoot. Zowel Balkenende als Turtelboom (die laatste op een wel heel hinderlijke, tamelijk humorloze manier) deden vooral hun best om van Elsschot Alfons De Ridder te maken, iemand die eigenlijk in het diepste van zijn diepste ziel een ondernemer was voor wie de literatuur onmogelijk iets anders geweest kon zijn dan de franje die het ook voor de sprekers zelf was: een geschikte aanleiding om eens te dineren met gelijkgestemden en er een goed gevoel aan over te houden, het gevoel van wederzijdse belangrijkheid. Dat Peter Vandermeersch beide sprekers met venijnige typeringen inleidde (ook hier: de introductie van Balkenende was als conférence een stuk beter geslaagd dan die van Turtelboom), was deel van de code van de avond.

Literatuur i.c. Elsschot als het inmiddels gebruikelijke schaamlapje voor neoliberale onderonsjes van prestigieuze lieden op een prestigieuze plaats. Ik vraag me soms af of het Willem Elsschot Genootschap nog iets anders doet dan dat. Het genootschap zelf omschrijft haar doelstelling als: ‘de studie van de persoon Alfons De Ridder en van het werk van de auteur Willem Elsschot; het ontsluiten van het literair en zakelijk archief en de bekendmaking van zijn werk’. Het kan heel goed zijn dat de bijeenkomst in Antwerpen daar het nodige aan heeft bijgedragen. Ik had al vrij snel door dat ik er vooral was voor dat eten en voor het gezelschap aan mijn tafel, ook al moest dat tussen de gangen door net als ik zwijgen. Maar tussen de speeches door konden we praten over wat er wel toe deed. Eindelijk.

Maar ik herhaal: een gegeven paard kijkt men niet in de mond. In Het geluk van de kunst (ik rondde het boek maandag af en hoop dat het nu snel zal verschijnen) stel ik meermalen dat schrijvers niet langer de pretentie kunnen hebben terzijde van de samenleving te staan. Welaan. Welkom in de samenleving, zo dacht ik gisterenavond.