Vandaag in DSAvond: vechten voor rechten

Het is blijkbaar een tijd om patriottisch te zijn. De Verenigde Staten zitten met een ziekelijk narcistische crimineel die de vieze zaakjes die hij deed als vastgoedmogol nu op wereldwijde schaal probeert voort te zetten. In Rusland zit een al even grote misdadiger met dwaze nationalistische ideeën. Er dreigt oorlog, wat betekent: de oorlog die er altijd en overal al was, dreigt nu naar hier, naar Europa te komen. We moeten bereid zijn om ons te verdedigen. Dat wil zeggen: we moeten bereid zijn om te sterven voor Europa, of anders toch minstens voor ons eigen land.

Ik weet nog dat ik er in de jaren 70 achter kwam dat Nederland zich tijdens de zogenaamde ‘politionele acties’ in, toen nog, Nederlands-Indië (1945-1949), misdadig had gedragen. Men richtte slachtpartijen aan, er werd gemarteld. “Je moet niet zo negatief over je land praten”, zei mijn moeder toen. Ik wist ook al vrij snel dat Nederland in de Tweede Wereldoorlog procentueel gesproken van alle landen zowat de meeste Joden had gedeporteerd, en dat het verhaaltje dat ons over die oorlog werd verteld (heel Nederland zat in het verzet, behalve een paar collaborateurs) een leugen was. Voor zo’n land ging ik de loopgraven niet in.

Ik was destijds blij dat ik afgekeurd werd voor militaire dienst. Zelfs in tijden van oorlog wilden ze me niet hebben. Dat had een medische achtergrond, maar ik hoefde bij het uitbreken van een oorlog mij gelukkig verder niet ook nog met een beroep op iets anders dan mijn gestel te verantwoorden. De weerstand die ik tijdens een oorlog zou bieden, zou in ieder geval niks met ‘vaderlandsliefde’ te maken hebben.   

Ik ben geen nationalist. Wel ben ik een Nederlander. Officieel ben ik Belg, omdat ik de keuze niet kreeg om bij het aanvragen van de Belgische nationaliteit ook mijn Nederlandse te behouden – en die aanvraag kwam voort uit mijn verlangen om als inwoner en belastingbetaler hier ook mee te mogen stemmen. Maar ik heb me over de mogelijkheid werkelijk Belg, laat staan Vlaming te worden, nooit enige illusie gemaakt. 

Zoals ik als een in het oosten geboren Nederlander ook nooit een Hollander kan zijn. Zoals een West-Vlaming geen Limburger is of het ooit zou kunnen worden. Binnen één staat leven vaak zeer diverse gemeenschappen, en Belgen zijn de eersten die weten dat een overkoepelend opschrift de lading niet dekt. ‘België’ is als een broek zonder knopen.

Nationaliteit is dun als vlaggendoek, te dun om voor te sterven. We zullen iets anders moeten vinden, iets wat ook verder gaat dan de alleen op wederzijdse economische belangen gebaseerde principes van Europa, dan de bijna uitsluitend als vrijhandel begrepen vrijheid waarmee Europa tot nu toe heeft geschermd. Iets wat groter en tegelijkertijd kleiner is dan de reductionistische slogans van nationalisten en andere oorlogsstokers. 

Misschien kom ik dan toch weer uit bij het oorspronkelijke VN-verdrag voor de Rechten van de Mens uit 1948 – en nadrukkelijk niet bij de herziene versie die de Raad van Europa in 1950 aannam, een versie waaruit alle sociale aspecten (recht op werk, huisvesting, sociale zekerheid, enzovoort) werden geschrapt. Nationalisten houden niet van dat verdrag, ook niet als ze zichzelf democratisch noemen. Het waarborgt het recht jezelf te definiëren met alle respect voor de definities van anderen. Daar win je geen oorlog mee, misschien. Maar daarvoor zal ik vechten.

Plaats een reactie